Kanaalstraat

 

Tekst: Michiel van de Loo 
Foto’s: Dave van Brenk

De Kanaalstraat kennen we sinds 1921. In het oorspronkelijke raadsvoorstel zou het Havenstraat worden, maar de gemeenteraad besloot uiteindelijk anders. De straat is een zijstraat van de Weurtseweg en begint bij de winkel van Hennie Linders. Hij kruist de Waterstraat, vroeger ook de Rijnstraat, maar die straat is na de nieuwbouw enkel nog een zijstraat. Na de Rivierstraat loopt de weg verder door het Westerpark. Daar mag je alleen met de fiets of te voet verder gaan. Na het park vervolgt de weg zich tot aan de Verlengde Energieweg. Bij de meeste mensen is die bekend omdat daar de Dar gevestigd is. Vóór de aanleg van het Westerpark was de Kanaalstraat vanaf die kant een korte en favoriete route naar het centrum van de stad.

 

Els Verburgt
In het eerste deel van de straat, links vooraan, woont Els Verburgt-Willems. Els is 72 jaar, geboren in de Sweelinckstraat, maar opgegroeid aan de Karregas in het hartje van de stad. ‘Ik had drie oudere broers,’ begint Els, ‘vader was een horlogemaker, maar bleek niet te vertrouwen. Moeder is al vroeg van hem gescheiden en bleef met vier kinderen achter. Dat was erremoei ja. Ik kreeg kennis aan Piet Verburgt en trouwde in 1967. Eerst bij ma ingewoond, maar na een half jaar konden we aan de overkant van de Karregas een klein huisje krijgen. Het was piepklein, de huur was maar zes gulden en die verviel toen de huizen onbewoonbaar werden verklaard. We zijn er toch nog tot 1974 blijven wonen. Toen kregen we een bovenhuis in het Waterkwartier, de Pater van Hooffstraat.’ Veel plezier heeft Els daar niet gekend. Piet werd ziek. Hij was hartpatiënt, kreeg het aan zijn longen en of dat niet genoeg was ook nog kanker. Hij overleed veel te jong in 1979. Els bleef achter met vier kinderen, de oudste was twaalf jaar en de jongste net veertien maanden. Els wilde niet te lang alleen blijven en er kwam een nieuwe man in haar leven.

Bullebak
‘Dat was een foute keuze,’ gaat Els verder. ‘Hij trok bij me in aan de Rivierstraat, daar woonden we inmiddels. Ik heb van hem nog twee jongens gekregen en heb het tien jaar bij hem uit gehouden. Het was een opluchting toen ik bij hem weg kon en dit huis op de Kanaalstraat vrij kwam. Daar woon ik nu alweer 29 jaar met veel plezier.’ Het pand is in die jaren twee keer gerenoveerd. In 1993 kwamen er een nieuwe keuken en dubbel glas in en zes jaar geleden een douche, een nieuw keukenblok en schuttingen aan de achterkant. De straat is veel veranderd, vindt Els. ‘En niet alleen ten goede,’ vertelt ze. ‘Er is veel verloop, de ouwe hap is bijna allemaal verdwenen. Ik ben de enige nog die op een zomerdag voor het huis zit in dit deel van de straat. Vroeger was het veel gezelliger. Mensen kwamen bij elkaar over de vloer. Dat zie je niet meer. Dat nieuwe grut werkt overdag, die zie je nooit.’

Jaarwisseling
Er is weinig criminaliteit in de straat. Er wordt zelden ingebroken. Bij Els is dat nog nooit gebeurd.  Alleen het bushokje moet het wel eens ontgelden tijdens de oud en nieuwviering. In de jaren 80 en 90 ging het er met name tijdens de jaarwisseling wat ruiger aan toe. Al het grof vuil, vaak een jaar lang opgespaard, werd op de kruising van de Kanaalstraat met de Rijnstraat op een hoop gegooid. Bankstellen, tafels, stoelen, pallets, als het maar wilde branden. De politie patrouilleerde wel vooraf, maar dat was onderdeel van het kat-en-muisspel. Eenmaal de fik erin, hielp er geen moedertje lief meer aan. Hoge vlammen en een vonkenregen zoals laatst in Scheveningen. Om het milieu maakte zich niemand druk, want er gingen ook autobanden op de vuurstapel. Slooppanden waren ook niet veilig. Het leverde soms levensgevaarlijke situaties op, maar iedereen genoot van de vreugdevuren. Men kwam mooi van zijn oude rotzooi af zonder het naar de Dar te hoeven slepen. Zo laconiek was men wel.

‘Nee, dan is het nu een saaie bedoening,’ vertelt Els. ‘Vroeger mocht er veel meer. De gezelligheid halen ze weg. Ikzelf rook niet, maar zo’n rookverbod is voor niemand leuk. Het drinken wordt aan banden gelegd, straks mag je helemaal niks meer. In de straat gebeurt weinig. In dit deel komt de Vierdaagse niet meer langs. Dan ga ik tegenover Rob Keller zitten. Mensen leggen daar geld bij elkaar voor een muziekbandje en een tapinstallatie in de voortuin. Dan heb je tenminste geen vergunning nodig. Dat vind ik nog een dag om naar uit te kijken. Dan komen er ook vaak kennissen van buiten de stad.’

Elvis
De huur is 456 euro. Met Portaal heeft ze nooit problemen gehad. ‘Maar ik doe ook niet moeilijk,’ vertelt Els. ‘Het is wel gehorig. Hiernaast wonen Feyenoordfans en ik weet precies wanneer die een goal scoren. Maar last heb ik daar niet van, zoiets is leuk toch? Bij een EK of WK voetbal is dit deel van de straat altijd oranje. Een tijd geleden had ik een buurvrouw die het raarste volk over de vloer kreeg. Junks, dat soort mensen. Om de haverklap moest de politie erbij komen. Ze had twee honden die overal in huis scheten. Het stonk er altijd. Toen ze vertrok kwamen ze bij het schoonmaken met vijftig zakken huisvuil naar buiten. Wat een drekbak was dat.’

Els verloor haar oudste zoon in 2007 door een hartstilstand. Ze heeft inmiddels elf kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Ze hebben allemaal een plekje in de huiskamer. Net als Elvis, want dat is altijd haar grote idool geweest. Tijdelijk woont een van haar zonen bij haar in, maar eigenlijk is het huis met drie slaapkamers te groot. Als ze weer alleen is, gaat ze op zoek naar een seniorenwoninkje, gelijkvloers. ‘Als het maar in het Waterkwartier is,’ besluit Els, die zich ondanks de vele tegenslagen met een bewonderenswaardig optimisme door het leven slaat.

Hans van den Heuvel
Verderop aan de rechterkant, tussen de Rijnstraat en de Rivierstraat woont Hans van den Heuvel met zijn vrouw en zoon. Hans is geboren in 1961 in de Geraniumstraat, Onder de bogen. Nog geen drie jaar oud, verhuisde het gezin naar de Rijnstraat. ‘Het was wel even afwachten of dat kon,’ begint Hans, ‘want als mijn broertje, dat er toen aankwam, een meisje was geweest, hadden we het huis niet gekregen. Dan hadden we één slaapkamer te kort gehad. Jongens konden samen wel op één kamer slapen. Voor het lager onderwijs ging ik naar de zogenaamde witte school op de hoek van de Biezenstraat met de Rivierstraat. Dat was toen al een gemengde school. Wel liepen er nog een paar broeders rond. Toen kreeg ik ook vriendjes uit de buurt. Daarvoor speelde ik nog vaak bij oma Link, die woonde nog steeds Onder de bogen.’

Lincoln Smitweld
Hans kreeg op zijn 19e jaar verkering met Karin Schrievers. Haar wieg stond aan de Begoniastraat, ook alweer Onder de bogen. Later verhuisde ze naar de Varenstraat. Na 6 jaar verkering werd er getrouwd. Hans: ‘We gingen terug naar de Wolfskuil, de Pastoor Zegersstraat. Het middelste huis van een rijtje van vijf pal achter de bandengarage van Piet van Raay. Die huizen zijn een jaar of vijf geleden gesloopt. De huizen waren groter dan je zou denken als je ervoor stond. Daar zijn Hans in 1988 en Esther twee jaar later geboren.’ Toen Hans 17 was, begon hij zijn werkzame leven bij Lincoln Smitweld aan de Dukenburgseweg, tegen het kanaal aan. Een bedrijf dat zich heeft toegelegd op alles wat met lassen te maken heeft. Zijn broer, neef en schoonvader werken er ook. Hans is dat bedrijf altijd trouw gebleven en hij mocht er onlangs zijn veertigjarig jubileum vieren.

Na 10 jaar Pastoor Zegersstraat kwamen ze er bij toeval achter dat Kanaalstraat 72 leegstond. Hans en Karin trokken meteen bij Portaal aan de bel. ‘We wilden allebei wel terug naar het Waterkwartier,’ vertelt Hans. ‘Ik zat toen net bij carnavalsvereniging De Blauwe Jungskes en kwam vaak in café ‘t Bieske en ‘t Waterkwartiertje. Al met al wonen we hier nu 21 jaar.’

Import
Ook in dit deel van de Kanaalstraat is er zelden reuring. Hans: ‘Een paar deuren verder stond een keer een auto in de fik. We hebben nog meegeholpen met blussen. Er is wel eens ruzie hier of daar, maar meestal hoor je dat pas achteraf. Geen Inbraken, ook geen hangjeugd hier en dealen ach, dat doen ze tegenwoordig overal. Ik mis de bus in de straat. Dat maakte het levendig. Gebeurde er wat. Ik zit vaak in de tuin, als een van de weinigen nog, en kende de buschauffeurs. Die gezelligheid van vroeger mis ik wel. Ze zitten tegenwoordig liever in de achtertuin. Het Waterkwartier is niet meer de arbeiderswijk die het ooit was. De bewoners in de nieuwbouw zijn op een paar uitzonderingen na allemaal import. Met hen heb ik geen gezamenlijke geschiedenis, waarover je samen nog eens kunt praten.’

De Vierdaagse door de Kanaalstraat

Hans noemt als voorbeeld de gasontploffing op 2 juni 1998. Om vijf over zeven ’s morgens hoorden bewoners van de Waterstraat en directe omgeving een enorme knal, gevolgd door een hevige drukgolf. Voor- en achtergevel van het pand aan Waterstraat 184 waar de explosie plaatsvond, werden de lucht in geblazen. Ook de huizen van de buren werden volledig verwoest. Van nog eens vijftien huizen, ook aan de Kanaalstraat, sprongen de ramen, werden dakpannen weggeblazen en scheurden de muren. Vijf woningen werden gesloopt en er kwam nieuwbouw in de oorspronkelijke stijl voor terug.

Intocht Vierdaagse
Hans: ‘De bewoonster van 184 was zwaargewond en heeft het bij mijn weten niet meer gered. Triest verhaal. De vrouw had zelf de gaskranen opengedraaid vlak voor ze naar bed ging. Veel langer geleden zaten we ooit op een avond te kaarten en hoorden we een enorme knal. Had een vrachtauto een klapband gekregen. Ook toen sneuvelden veel ruiten in de straat.’

Over Portaal hoor je Hans niet klagen. Toen ze in hun huidige huis wilden trekken was er even wat gedoe met de woonvergunning van de gemeente. Die wilde men niet afgeven, omdat het inkomen te hoog zou zijn, maar ze hadden ten onrechte het inkomen van zijn vrouw nog meegeteld, die inmiddels niet meer werkte. Hans: ‘Eén keer per jaar is er een speeldag in de straat, georganiseerd door Linda, één van de nieuwe bewoners. De straat is afgezet; er zijn een pipowagen en  springkussens. Later is er een barbecue met de ouders. Nee, wij doen daar niet aan mee, we hebben geen kleine kinderen meer. Ik ga altijd wel even kijken. Het ziet er gezellig uit. Ik versier nog wel elk jaar de straat mee als de Vierdaagse hier langs komt. In het park kom ik elke dag een paar keer als ik de hond uitlaat. Echt: hartstikke mooi aangelegd met bruggetjes, bergjes en dalen. Het is altijd druk. Als de zon schijnt, maar ook als er sneeuw ligt. Nu woont mijn zoon hier ook nog, maar op termijn zullen we wel gaan verhuizen. Voor twee mensen is het huis te groot. Natuurlijk willen we in het Waterkwartier blijven, op het Biezenplein of Maasplein. De Weurtseweg vind ik eigenlijk al geen Waterkwartier meer.’

Wilma den Hartog
Op de hoek met de Rivierstraat, tegenover seniorenflat de Waterman, woont Wilma den Hartog. Vanuit haar keuken kijkt ze op de Kanaalstraat en vanuit de huiskamer naar het Westerpark. Wilma is 64 jaar, geboren en getogen aan de Eemstraat. Ze was enig kind. Haar vader werkte bij de Nyma. ‘Als kind uit de Eemstraat mocht ik van thuis niet voorbij de Kanaalstraat komen,’ begint Wilma. ‘Volgens mijn ouders was dat minder volk, maar ik denk dat ze omgekeerd hetzelfde beweerden.’ Het Waterkwartier bestond uit een aantal buurten. Dat mengde zich een beetje als men naar school ging, maar na 16.00 uur spoedde iedereen zich snel huiswaarts en je bleef daarna waar je was. Toen Wilma 18 was, kreeg ze verkering met de 5 jaar oudere Henk den Hartog. ‘Onze vaders waren bevriend,’ gaat Wilma verder, ‘zodoende leerde ik hem kennen. In 1975 zijn we getrouwd en hier bij de moeder van Henk ingetrokken. In 1977 is Dennis geboren en daar is het wat kinderen betreft bij gebleven.’

Wim Kok
Dennis woont vlakbij en komt dagelijks bij zijn moeder over de vloer. Zo ook vandaag. ‘Ik kan me herinneren dat de speeltuin hier nog was,’ vertelt hij. ‘Daar waar nu de Waterman is. Die speeltuin was erg groot en liep door tot aan de Biezenstraat. Er was een zwembad bij en kinderen uit heel het Waterkwartier, maar ook van daarbuiten, kwamen hier spelen en zwemmen. Het verdween met de nieuwbouw eind jaren 80. Dat vonden veel mensen heel jammer.’ Dennis haalt ook herinneringen op aan Wim Kok. ‘Dat was de Vieze Herman van het Waterkwartier. Hij had een grote bouvier als waakhond. Die hondenharen probeerde Wim nog wel weg te stofzuigen, maar ondanks dat zag je ze overal liggen. Hij heeft ook de rasfriet in Nijmegen geïntroduceerd. Dat moet je hem nageven, maar hij verkocht vooral veel bier. Zijn cafetaria werd druk bezocht door vrachtwagenchauffeurs. Het oogde Amerikaans, met een jukebox waar je een kwartje in moest gooien. Zelf woonde Wim in de buurt bij Vissers Meubelen.’

Vishandel
De huizen zijn van korrelbeton, puin uit de Tweede Wereldoorlog, en gebouwd in 1948. Boven zijn drie slaapkamers en vroeger beneden ook nog een, maar daar hebben ze bij een verbouwing de keuken van gemaakt. Henk den Hartog was vroeger onder andere beheerder bij wijkcentrum Titus Brandsma, maar de mensen zullen hem vooral herinneren als visboer. Wilma: ‘We hadden een vishandel van 1989 tot 2005. We stonden vaak in Duitsland, omdat je daar makkelijker aan een standplaats kon komen. Hier in Nederland kent elke gemeente weer andere regeltjes en voorwaarden, maar we stonden elke week in Brakkenstein, Lindenholt en hier natuurlijk aan de Waterstraat bij de Theresiakerk. ’s Morgens werkte ik in de thuiszorg en ’s middags in de viskraam. Met ook nog een huishouden erbij waren het drukke tijden. Maar ik deed het met veel plezier. Henk is in 2010 overleden. Hij was pas 61 jaar. Hij had in het ziekenhuis een vleesetende bacterie opgelopen. Hij was erg actief voor het Westerpark. Een van de bankjes heeft een naamplaatje met zijn naam gekregen.’

Pastoor Nas
Ook Wilma denkt met een beetje weemoed terug aan vroeger. Ze woont nu 43 jaar in haar huis en heeft veel mensen van de oude garde zien verdwijnen. ‘Ik mis de saamhorigheid,’ vertelt ze. ‘Met de bewoners in de nieuwbouw, vaak van buitenlandse afkomst, heb ik nauwelijks contact.’ ‘Ik zat bij de Vrienden van het Westerpark,’ vult Dennis aan, ‘en bij alles wat we organiseerden deden we ook iets multicultureels, maar het lukte niet om ze er echt bij te betrekken, heel jammer.’

‘Wanneer het vroor, werd een deel van het Westerpark, zo groot als een voetbalveld, blank gezet zodat er geschaatst kon worden,’ gaat Wilma verder. ‘Dan zag je Pastoor Nas ook altijd op de ijsbaan. Hij wilde met iedereen schaatsen, maar niemand met hem. Dat was een beetje zielig. Hij was een aardige man hoor. Tot zijn dood kwam hij hier minstens elke maand koffie drinken. Je kon op hem bouwen.’

Speeltuintje in de jaren 80 op de hoek Kanaalstraat/Rivierstraat

Overlast
Nu de bus uit de straat verdwenen is, is het ook een stuk rustiger. Daar heeft de aanleg van het Westerpark ook toe bijgedragen. Er staat een paaltje om het autoverkeer te weren, maar niet iedereen houdt zich daar aan. Wilma: ‘De Dar, taxi’s, busjes van UPC, ze scheuren allemaal over het gras om sneller verder te kunnen. Maar het meeste overlast komt van de JOP, de jongeren opvangplek. Ik heb al vaak bij de gemeente en de politie geklaagd, maar helpen doet het nauwelijks. Zo gauw de dagen gaan lengen en het mooier weer wordt, begint het. Ik ken de jongeren niet, ik betwijfel of ze uit de wijk komen. Vaak komen ze ook in auto’s, die stoppen daar en dan wordt er gedeald. De muziek gaat aan, loeihard, en niet bepaald mijn smaak. In de seniorenflat hebben ze er ook last van, maar die durven niks te zeggen. Er wordt ook vernield. Onlangs gingen de kerstbomen in de fik. Doodzonde. Ikzelf kom graag in het park en laat er dagelijks de hond uit.’

Er is voldoende parkeerruimte, nu er sinds een jaar of drie niet alleen in de lengte geparkeerd kan worden. Bewoners hebben ook een groenstrook voor de deur gekregen. Wilma: ‘Je kon kiezen of je het zelf wilde bijhouden of dat de gemeente dat moest doen. Ik vind dat iets voor de gemeente. De nieuwbouwhuizen zijn deels huur en koop. Dat kun je aan de daken zien. Rode daken betekent huur, donkere daken betekent koop. De huizen van korrelbeton hier zijn wel gehorig.’

Nog altijd is Wilma actief in de wijk, al was ze dat vroeger meer. ‘Ik organiseer met Greet een keer per maand dansen in de Biezantijn. Daar regel ik in september ook weer een markt voor eigengemaakte spullen. Dat was vorig jaar een groot succes. In de Griffioen ga ik vaak handwerken of naar de bingo. Of ik nog ooit ga verhuizen? Nee, natuurlijk niet!’

 

Eén reactie op “Kanaalstraat“

  1. Wat een leuk artikel over de Kanaalstraat. Onze ouders zijn daar komen wonen in het najaar 1952 met de 2 oudste kinderen, daar zijn nog 3 kinderen geboren. De familie Kregting, (later fam. Willems) aan de ene kant en de andere buren, de familie Jeukens. Tot, ik denk, 1993 heeft mijn vader er gewoond. Volgens mij zijn die huizen in 1950 gebouwd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.